Wie zijn wij

Het programma circulaire landbouw Sint Tunnis – Boxmeer is een initiatief van de beide ZLTO afdelingen en is bedoeld voor alle ondernemers in beide gemeenten. Het doel is stimuleren dat ondernemers koolstof investeren in de bodem, zodat water beter wordt vastgehouden, de agrarische productie toeneemt en grond- en oppervlaktewater schoon wordt en blijft. Het programma komt tot stand dankzij financiële bijdragen van Provincie Noord Brabant en Waterschap Aa en Maas.

De leiders van het programma zijn:


Jos Verstraten, melkveehouder in Westerbeek, voorzitter van ZLTO Sint Tunnis en vakgroepsvoorzitter melkveehouderij ZLTO.

Dit gebied kenmerkt zich door intensieve teelten die zorgen voor veel toegevoegde waarde. Van aardappelen en bloembollen tot graszoden en ijsbergsla. Om te voldoen aan de gewenste kwaliteit van grond- en oppervlaktewater op onze relatief jonge uitspoelingsgevoelige gronden wordt de bemestingsruimte steeds verder teruggebracht. Dit is niet volhoudbaar. Ik denk dat organische stof aanvoer en vruchtwisseling met de juiste gewassen de sleutel is. Om in onze regio de draairichting van de circulaire landbouw weer de goede kant op te krijgen. Verzorgen van gewassen begint met het verzorgen van de bodem.



Marcel Derks
, melkveehouder te Rijkevoort, voorzitter ZLTO Boxmeer.

Ik denk dat we met dit project zeer zeker toegevoegde waarde kunnen bieden aan eenieder die bewuster met zijn eigen, dan wel gepachte, grond wil omgaan. Ik ben er zelf van overtuigd dat de basis van onze bedrijven begint met een goede bodem. Is deze goed op orde dan kan er gezond voer/eten worden geoogst voor dieren of mensen. Gezond voedsel voor de koeien betekent ook gezondere melk en betere mestkwaliteit, die weer terug op de bodem komt en het bodemleven weer voedt.


Wim Dijkman , CLM Onderzoek en Advies, uitvoerder van het programmamanagement.

Uniek aan dit programma is dat we ons inzetten om zoveel mogelijk ondernemers mee te laten doen. Het programma is van het gebied en wordt getrokken door lokale leiders. Door samen te investeren in de bodem gaat de gebiedskwaliteit omhoog en ontwikkelen wij een agrarisch landschap van de toekomst. Bijzonder is dat we voor alle biomassa-stromen nagaan of – en hoe – die kunnen worden ingezet voor het voeden van de bodem en dus de gewassen.